Voor in de RAILS:
Och, marathon loopster!
Vrijdag 2 april blijft in mij rondzingen. In de trein van Amsterdam naar Vlissingen kwam jij in de laatste nog overgebleven stoel tegenover mij zitten, waarbij je eerst over andere pasagiers heen moest klimmen. De twee buitenste stoelen en eentje bij het raam raken altijd het eerste vol. Over je felrode shirtje droeg je een lichtblauwe jas boven een diepblauwe spijkerbroek. Je streepwenkbrauwen fronsten zich boven je spitse neusje toen je met je zwarte mobieltje vrolijk een vriendin opbelde; je ging "even heen en weer" naar Rotterdam om een startbewijs voor de marathon op te halen. Je veegde de twee lokken, die aan weerszijden wegpiekten uit je bruine haar dat in een staart op je hoofd bijeen gehouden moest worden, herhaaldelijk opzij. Je stopte je telefoontje met je verfijnde handen weer terug in het hoge smalle lederen tasje dat moeilijk sloot op je schoot. Jij en ik zaten tegenover mekaar aan de raamkant en onze benen raakten elkander regelmatig want jij had veel te lange puntschoenen aan. Ik ergerde mij er verschrikkelijk aan, maar och, had ik mij maar op je geworpen! Ik was het meisje met het opgeschoren zwarte punkhaar. Ik was het meisje in het strakke leren jack. Ik was het meisje dat af en toe stiekem over haar gedichtenbundel heen gluurde en geïrriteerd zuchtte als je schoen weer in mijn scheenbeen priemde. Maar jij wendde arrogant je blik af en nipte verder aan je flesje RunnersWorld Sportdrink. Morgen zal ik langs de weg naar je uitkijken. Ik zal dan met graagte je gruwzaam goddelijke gympen in mijn achilleshiel ontvangen. Zullen we samen verder rennen?
Br.o.nr. R/4/11
Scroll down for English posts.