vrijdag, maart 5

Mobilisation

paintMijn schoenen zitten onder het mat dekkend plafond wit.
En mijn rug kraakt van het kronkelen om naakte verwarmingsbuizen.
De trui die ik draag stamt uit de late jaren tachtig van de voorbije eeuw.
U raadt het al: ik was aan het klussen in Pauls pas gekochte huis.
Paul gaat de kaart die ik voor hem gemaakt heb, inscannen en naar minister Zalm sturen!
Dat valt vast in goede aard.
Op weg naar Utrecht in de trein viel mij op dat de Hollandse luchten me nog steeds te helder zijn. Ze doen pijn aan mijn ogen. Ben ik de enige die ze dicht moet knijpen? Dat grijsblauwe verblindt mij altijd zo.
Ook blijkt het keer op keer weer onmogelijk ontspannen naar je draagbare radiowalkmannetje te luisteren: er zijn nu dusdanig veel medepassagiers in het bezit van een mobieltje dat je om de 5 minuten gekgeïnterfereerd wordt door de signalen van binnenkomende SMSjes en oproepen. Een gruwwekkend gestoord pruttelen. Alsof er middenin je hersenpan honderd kilo popcorn gebakken wordt...
cellTot driemaal toe overkwam het mij vandaag dat ik met een persoon IRL in gesprek was die een hartaanval leek te krijgen. Maar nee. Het was geen hartaanval. Het was het gealarmeerde gedrag van iemand die de mobiele telefoon op 'vibreren' heeft gezet, waardoor je als gesprekspartner niet door hebt wat de reden kan zijn van het zo plots afbreken van jullie praatje (omdat je zelf immers die oproep niet kunt horen). Maar dat was niet in de trein. Oh...! Dat openbaar vervoer.
Soms zou ik stiekem wel een autootje willen hebben, een Citroën 2CV dan. Ik heb geen rijbewijs uit armoede èn vanuit milieu overwegingen. Dat doet me denken aan de toespraak van mevrouw Kaasschaaf. Ze had het over een 'auto-infarct' en daar moest ik erg om lachen, maar meteen dacht ik: moet dat niet een snelweg-infarct zijn? Van een rood bloedlichaampje zeg je ook niet dat het dat infarct zelf heeft.
Grappig.
Woensdag stapte ik, zoals zo vaak, de metro in en terwijl ik dat deed, hoorde ik een krassend gekrijs in de wagon. Er bleek een man op de bank te zitten met een sneeuwwitte kaketoe op zijn vinger! Zonder kooi. Het beest was erg vrolijk en trok brandend nieuwsgierige kindertjes van alle kleuren naar zich toe. Soms deed het beest een kunstje: hij draaide om de vinger van zijn baasje heen en plooide al ondersteboven hangend zijn kuif in en uit.
Dat doet me denken aan een ander incident in de metro, een jaar geleden al. Ik hoop dat u, terwijl u dit leest, niet toevallig net uw lunch naar binnen heeft gewerkt. Op die bewuste dag zag ik een jongeman met surfer uiterlijk -lang haar, florida shirt- en een opvallende campeerrugzak. Hij haalde er een wit plastic doosje uit, geen Tupperware. Met een olijke blik keek hij om zich heen. 'Die is iets van plan' dacht ik nog. Het doosje leek vol te zitten met grote garnalenachtige beesten en ze bewogen. Hij schoof het dekseltje licht omhoog, greep er eentje uit en at die levend op. Met volgepropte mond glimlachte hij naar de tiener die tegenover hem zat. Die schoof onzeker zijn pet achterover en mompelde iets. De langharige beestjeseter ging door met verorberen van de reuzenlarven. Toen aan het einde van de rit het doosje bijna leeg was, vroeg hij aan de tiener: 'ook eentje?'
En de aarzeling die daarop volgde, verbaasde mij van alles nog het meest...

ENG Scroll down for English posts.